Het is een van de meest voorkomende hematologische maligniteiten, en wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van ongecontroleerde proliferatie van B-lymfocyten. Het is het meest frequente subtype van leukemie bij volwassenen in Westerse landen met een gemiddelde incidentie van 12 gevallen per 100.000 personen per jaar, die exponentieel toeneemt met de leeftijd en met een zeer variabele prognose.
Chronische lymfocytische leukemie
De precieze oorzaken die het proces van ongecontroleerde B-lymfocyt proliferatie in gang zetten zijn onbekend. Studies hebben belangrijke chromosomale veranderingen bij de ontwikkeling van CLL geïdentificeerd, maar het is nog niet duidelijk welke genen hierbij betrokken zijn of hoe deze precies tot leukemie leiden. Er is ook opgemerkt dat de DNA-veranderingen die met CLL in verband worden gebracht, gewoonlijk gedurende het hele leven van een persoon optreden, in plaats van van de ouders te worden doorgegeven (overgeërfd). De volgende factoren zijn echter beschreven als factoren die het risico op CLL kunnen verhogen:
- De ziekte treft vooral oudere volwassenen, meestal vanaf de leeftijd van 60 jaar.
- Het komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
- Mensen van Kaukasische afkomst hebben meer kans om chronische lymfocytaire leukemie te ontwikkelen dan anderen, zoals Aziaten.
- Blootstelling aan chemische stoffen zoals herbiciden (agent orange) en insecticiden of pesticiden zijn in verband gebracht met een verhoogd risico.
- Monoclonale B-cel lymfocytose veroorzaakt een toename van het aantal B-cellen, wat de ontwikkeling van chronische lymfocytische leukemie kan bevorderen.
Symptomen
Meer dan 80% van de patiënten met CLL heeft geen symptomen en de diagnose CLL wordt gesteld door een routine bloedonderzoek of door toeval. In de rest van de gevallen kunnen de belangrijkste symptomen zijn:
- Asthenie, vermoeidheid, gewichtsverlies.
- Adenopathie of vergrote lymfeklieren.
- herhaalde infecties.
Occasioneel kan de milt (splenomegalie) of lever (hepatomegalie) vergroot zijn en abdominaal ongemak veroorzaken. Anders dan bij andere bloedneoplasmata komen koorts, nachtelijk zweten en gewichtsverlies zelden voor.
Preventie
Er zijn maar heel weinig risicofactoren voor chronische lymfatische leukemie bekend, en de meeste kunnen niet worden vermeden, behalve het hebben van eerstegraads familieleden.
Aantal waargenomen varianten
Aantal risicoloci
36 loci
Geanalyseerde genen
Bibliografie
The American Cancer Society. Chronic Lymphocytic Leukaemia [April 2022]
Josep Carreras Leukaemia Foundation [April 2022]
Law PJ et al. Genome-wide association analysis implicates dysregulation of immunity genes in chronic lymphocytic leukemia. Nature Communications. 2017 Feb; 8:14175.