Chronische nierziekte

Chronische nierziekte, of chronische nefropathie, houdt een geleidelijk verlies van nierfunctie in. Deze aandoening kan leiden tot de ophoping van vloeistoffen, elektrolyten en afvalstoffen in het lichaam, wat het risico op andere complicaties zoals hart- of vaatfalen verhoogt. Het is een significant gezondheidsprobleem aangezien de prevalentie ongeveer 7% is bij mensen boven de 30 jaar, en kan oplopen tot 20% bij mensen boven de 60 jaar.

Chronische nierziekte wordt beschouwd als het resultaat van een opeenstapeling van pathologieën die de nieren chronisch en onomkeerbaar aantasten. De pathologieën die kunnen leiden tot chronische nefropathie zijn:

• Type 1 en 2 diabetes.
• Hypertensie.
• Glomerulonefritis.
• Interstitiële nefritis.
• Polycysteuze nierziekte.
• Vesicoureterale reflux.
• Terugkerende nierinfectie (pyelonefritis).

Naast deze pathologieën die kunnen leiden tot nierschade, zijn er andere omgevingsfactoren die het risico op het ontwikkelen van chronische nierziekte kunnen verhogen:

• Roken.
• Obesitas.
• Etnische afkomst, vaker voorkomend bij mensen van Afro-Amerikaanse of Aziatische afkomst.
• Leeftijd.
• Gebruik van bepaalde medicijnen.

De tekenen en symptomen van de ziekte manifesteren zich in de loop van de tijd en zijn duidelijker in de latere stadia. Deze omvatten:

• Vermoeidheid en zwakte.
• Verlies van eetlust.
• Misselijkheid of braken.
• Slapeloosheid.
• Spierkrampen.
• Oedeem in de onderste ledematen (zwelling van voeten en enkels).
• Ooglid oedeem (zwelling van de ogen).
• Droge en jeukende huid.
• Hypertensie.
• Polyurie (vaker moeten plassen) en nycturie (vooral 's nachts vaker moeten plassen).
• Kortademigheid (als er vocht in de longen ophoopt).

Chronische nierziekte kan op elke leeftijd voorkomen, maar het komt vaker voor na de leeftijd van 65 jaar. Preventie houdt in het voorkomen, beheersen en/of behandelen van die aandoeningen die nierbeschadiging kunnen veroorzaken om de ontwikkeling of progressie ervan te vermijden. Acties omvatten:

• Het controleren van de bloeddruk.
• In het geval van diabetes, het beheren van de bloedsuikerspiegel.
• Gezonde gewoonten zoals het handhaven van een uitgebalanceerd dieet en regelmatig bewegen.
• Tabak vermijden.