Niet-alcoholische leververvetting

Niet-alcoholische leververvetting is de meest voorkomende leverziekte wereldwijd, met een geschatte prevalentie van ongeveer 25%. Deze aandoening wordt gedefinieerd door de ophoping van vet in de vorm van triglyceriden in meer dan 5% van de levercellen, bekend als hepatocyten.

Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) is een medische aandoening waarbij overtollig vet zich ophoopt in de lever, maar in tegenstelling tot alcoholgerelateerde leverziekte wordt deze ophoping niet veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik.

Studies over NAFLD suggereren de volgende niet-genetische factoren als verantwoordelijk voor de ziekte:

• Overgewicht of obesitas.
• Bepaalde aandoeningen zoals type 2 diabetes mellitus of metabool syndroom.
• Verhoogde concentraties triglyceriden of cholesterol.
• Hoge bloeddruk.
• Een dieet rijk aan fructose, een suiker die veel wordt gebruikt om dranken en voedingsmiddelen te zoeten. Overtollige fructose wordt omgezet in lipiden en heeft een toxisch effect op de lever dat vergelijkbaar is met dat van overmatig alcoholgebruik.
• Veranderingen in de samenstelling en functie van het darmmicrobioom (een verzameling bacteriën die aanwezig zijn in het spijsverteringskanaal en deelnemen aan het spijsverteringsproces).

NAFLD is een stille ziekte die wordt gekenmerkt door minimale of afwezige symptomen. Over het algemeen veroorzaakt het geen significante leverschade of complicaties, hoewel het ongemak kan veroorzaken als gevolg van leververgroting. Deze ziekte kan echter evolueren naar niet-alcoholische steatohepatitis (NASH), die wordt gekenmerkt door ontsteking en leverschade, naast de vetophoping in het orgaan. De ontsteking en leverschade kunnen leiden tot fibrose of littekenvorming in de lever, wat uiteindelijk kan leiden tot cirrose. De kenmerkende klinische tekenen van cirrose zijn onder meer geelzucht van de huid en ogen (geelzucht), vergroting van bloedvaten onder de huid, vergroting van de milt en rode handpalmen.

Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) kan worden voorkomen door regelmatige fysieke activiteit, een gezond dieet en het handhaven van een gezond gewicht. Het dieet moet prioriteit geven aan voedingsmiddelen zoals fruit, groenten, volle granen en gezonde vetten, terwijl ook de triglyceride- en cholesterolspiegels worden gecontroleerd en de inname van dranken of voedingsmiddelen met veel fructose wordt verminderd.