Metoprolol (Dosering)

Bètablokkers, zoals metoprolol, worden voorgeschreven om de hartslag, bloeddruk en contractiliteit (kracht van het hart) te verlagen, de hartdiastole te bevorderen en zo de hartfunctie en de bloedstroom naar de kransslagaders te verbeteren.

Metoprolol wordt gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk, angina pectoris en hartfalen. Metoprolol blokkeert selectief β1-adrenerge receptoren die in hoge mate voorkomen in hartweefsel. Blokkade van deze receptoren vertraagt de hartslag en vermindert de kracht van spiercontracties. Metoprolol oefent zijn therapeutische werking uit door de impact te verminderen van stimulatie door catecholaminen, hormonen die van nature door het lichaam worden geproduceerd om de hartactiviteit in stand te houden, maar die, als ze worden overschreden, kunnen leiden tot een vermindering van de kracht van de spiersamentrekkingen.Bij overdosering kunnen ze schade veroorzaken, zoals een overdreven verhoging van de hartslag en hypertrofie van de myocyten (de samentrekkende cellen van het hart).

CONTRA-INDICATIES

Overgevoeligheid.

2e en 3e graads atrioventriculair blok, gedecompenseerd hartfalen (longoedeem, hypoperfusie of hypotensie), continue of intermitterende inotrope behandeling die werkt door antagonisme met ß-adrenerge receptoren; bradycardie.rgische receptoren; sinusbradycardie; sick sinus syndroom, cardiogene shock, ernstige perifere arteriële aandoening, myocardinfarct met hartslag < 45 spm, een hartinterval PQ>0,24 seconden of systolische druk <100 mm Hg.

VOORZORGSMAATREGELEN

Ernstige leverfunctiestoornis, astma, hartfalen, feochromocytoom (toegediend met een alfablokker).

Kan de symptomen van perifere arteriële circulatiestoornissen verergeren en verergert zelden reeds bestaande matige atrioventriculaire geleidingsstoornissen. Als verergering van bradycardie optreedt, lagere doses toedienen of de behandeling geleidelijk staken.

Risico op coronaire voorvallen tijdens het stoppen met β-blokker, dus cardiale monitoring is vereist.

BIJWERKINGEN

Bradycardie, posturale hypotensie, koude handen en voeten, hartkloppingen, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, buikpijn, diarree, constipatie en dyspneu bij inspanning.

INTERACTIES MET GENEESMIDDELEN

Als het in combinatie met clonidine nodig is om de behandeling te staken, stop dan eerst enkele dagen van tevoren met de ß-blokker.

Metoprolol versterkt het negatief inotroop en negatief dromotroop effect van kinidine en amiodaron.

Het cardiopressieve effect neemt toe bij inhalatie van anesthetica.

De plasmaconcentratie van metoprolol daalt door gelijktijdige behandeling met rifampicine.

De plasmaconcentratie van metoprolol kan stijgen door gelijktijdige behandeling met cimetidine.

Het effect van metoprolol wordt verminderd door indomethacine.

Metoprolol wijzigt de glucoseconcentratie bij diabetici die behandeld worden met hypoglykemische middelen.

Metoprolol verhoogt de toxiciteit van lidocaïne.

HANDELSNAMEN

• Beloken ®
• Lopressor ®