Pantoprazol (Dosering)
Pantoprazol is een anti-ulceremiddel, een protonpompremmer (PPI). Het geneesmiddel remt het enzym adenosinetrifosfatase H+/K+, dat de laatste gemeenschappelijke weg is van de zuurproductie door maagpariëtale cellen. Het bindt zich aan de protonpomp in de maagpariëtale cel, waardoor het transport van H+ naar het maaglumen wordt geremd.
Deze groep geneesmiddelen zijn de krachtigste remmers van de zuursecretie.
CONTRAINDICATIES
Hypersensitiviteit voor het werkzame bestanddeel of voor gesubstitueerde benzimidazolen. Pantoprazol is gecontra-indiceerd voor de uitroeiing van H. pylori bij patiënten met leverinsufficiëntie of matig ernstige nierinsufficiëntie.
ACTIVITEITEN
Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie, waarbij het noodzakelijk is de doses aan te passen, de leverenzymen te controleren en de behandeling te staken als deze enzymen stijgen.
Voorzichtigheid is ook geboden bij patiënten met nierinsufficiëntie. Het is raadzaam voorzorgsmaatregelen te nemen als pantoprazol wordt voorgeschreven aan oudere patiënten.
Pantoprazol is niet geïndiceerd voor de behandeling van nerveuze dyspepsie.
Pantoprazol kan de absorptie van vitamine B12 verminderen, de symptomen van een tekort bij het syndroom van Zollinger-Ellison controleren, bij langdurige behandeling en bij personen met een vitamine B12-deficiëntie of bij personen die risicofactoren hebben voor een verminderde absorptie.
Het gebruik van pantoprazol wordt in verband gebracht met een mogelijk verhoogd risico op gastro-intestinale infecties veroorzaakt door bacteriën (bijv. Salmonella, Campylobacter, C. difficile). Er is melding gemaakt van een verhoogd risico op gastro-enteritis of een in de gemeenschap opgelopen longontsteking als gevolg van het gebruik van dit geneesmiddel.
Als de behandeling met pantoprazol wordt verlengd (meer dan een jaar), moet een regelmatige controle worden uitgevoerd. Er bestaat een risico op hypomagnesemie bij langdurige behandeling en bij gelijktijdigheid met digoxine of andere geneesmiddelen die de plasmaspiegel van Mg kunnen verlagen (bijvoorbeeld diuretica); overweeg de plasmacontrole van Mg aan het begin en periodiek tijdens de behandeling.
Bij hoge doses en bij langdurige behandeling verhoogt pantoprazol het risico op fracturen van de heup, pols en wervelkolom, vooral bij ouderen of bij aanwezigheid van andere risicofactoren; daarom moet de inname van vitamine Ca en D worden verzekerd als er een risico op osteoporose bestaat.
Behandeling met pantoprazol wordt in verband gebracht met een mogelijk risico op de ontwikkeling van subacute cutane erythematosus lupus (SCEL) (als laesies optreden, vooral op delen van de huid die aan de zon zijn blootgesteld, en gepaard gaan met gewrichtspijn, moet worden overwogen de behandeling te staken).
Het staken van de behandeling met pantoprazol moet langzaam gebeuren (binnen een maand) om te voorkomen dat de zuursecretie terugkomt, waardoor de symptomen zouden kunnen terugkeren.
BIJWERKINGEN
Hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, duizeligheid, slapeloosheid en diarree
FARMACOLOGISCHE INTERACTIES
Pantoprazol vermindert de absorptie van: ketoconazol, itraconazol, posaconazol en erlotinib.
Monitor INR (International Normalized Ratio)/protrombinetijd als pantoprazol gelijktijdig met cumarine-anticoagulantia wordt ingenomen.
Bij hoge doses kan pantoprazol de methotrexaatspiegel verhogen.
De inname van pantoprazol samen met atazanavir wordt afgeraden vanwege het risico van een afnemende biologische beschikbaarheid (indien nodig, klinisch monitoren en de dosis atazanavir verhogen tot 400 mg + 100 mg ritonavir en niet meer dan 20 mg pantoprazol per dag).
BRANDNAMEN
- Alpanzol ®
- Anagastra ®
- Citrel ®
- Nolpaza ®
- Panpronton ®
- Pantecta ®
- Pantoloc ®
- Ulcotenal ®
Bibliografie
Chiba K, Shimizu K, Kato M, et al.Prediction of inter-individual variability in the pharmacokinetics of CYP2C19 subrates in humans. Drug Metab Pharmacokinet. 2014;29(5):379-86.
Eken E, Estores DS, Cicali EJ, et al. A Pharmacogenetics-Based Approach to Managing Gastroesophageal Reflux Disease: Current Perspectives and Future Steps. Pharmgenomics Pers Med. 2023 Jun 23;16:645-664.
El Rouby N, Lima JJ, Johnson JA.Protonpompremmers: van CYP2C19 farmacogenetica tot precisiegeneeskunde. Expert Opin Drug Metab Toxicol. 2018 Apr;14(4):447-460.
Lima JJ, Thomas CD, Barbarino J, et al.Clinical Pharmacogenetics Implementation Consortium (CPIC) Guideline for CYP2C19 and Proton Pump Inhibitor Dosing. Clin Pharmacol Ther. 2021 Jun;109(6):1417-1423.
Zhao F, Wang J, Yang Y, et al.Effect van genetische CYP2C19-polymorfismen op de werkzaamheid van op protonpompremmers gebaseerde drievoudige therapie voor eradicatie van Helicobacter pylori: een meta-analyse. Helicobacter. 2008 Dec;13(6):532-41.