Selectieve serotonine heropname remmers (SSRI's) (Bijwerkingen)
Selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI's) zijn een klasse van veelgebruikte antidepressiva die hetzelfde mechanisme hebben: ze remmen de heropname van serotonine (een neurotransmitterstof in de hersenen die veranderingen veroorzaakt bij verschillende psychiatrische stoornissen, waaronder depressie).
Het zijn effectieve medicijnen en ze hebben een goed veiligheidsprofiel, met minder effecten op andere neurotransmitters dan andere antidepressiva, daarom worden ze 'selectief' genoemd. Daarom worden ze 'selectief' genoemd. Dit betekent over het algemeen minder bijwerkingen en maakt het makkelijker om de behandeling voort te zetten.
Tussen de 20-70% van de mensen die SSRI's gebruiken, ondervindt bijwerkingen van seksuele disfunctie. De onderliggende aandoening waarvoor de behandeling wordt voorgeschreven (depressie en andere psychiatrische stoornissen) kan ook invloed hebben op de seksuele functie, wat het nog moeilijker maakt om SSRI's als verantwoordelijke middelen te beoordelen. Bovendien wordt de frequentie van deze bijwerkingen waarschijnlijk onderschat, omdat niet alle patiënten deze complicatie melden.
Tot de meest voorkomende effecten behoren een laag seksueel verlangen, onvermogen om te ejaculeren of vertraagde ejaculatie, en anorgasmie (onvermogen om een orgasme te bereiken tijdens de geslachtsgemeenschap). Dergelijke effecten kunnen verband houden met het voorgeschreven geneesmiddel zelf, maar ook met de ingenomen dosis. Daarom wordt bij sommige patiënten geprobeerd de effecten te verminderen door de dosis te verlagen of het antidepressivum af te wisselen. In sommige gevallen ontwikkelen patiënten ook tolerantie voor het geneesmiddel en lijken de symptomen van seksuele disfunctie van voorbijgaande aard; deze symptomen hebben de neiging te verdwijnen of af te nemen zodra tolerantie voor het geneesmiddel is ontwikkeld.
HANDELSNAMEN
- Celexa®
- Lexapro®
- Prozac ®
- Paxil ®
- Zoloft®
Bibliografie
Bishop JR, Moline J, Ellingrod VL, et al.Serotonin 2A -1438 G/A and G-protein Beta3 subunit C825T polymorphisms in patients with depression and SSRI-associated sexual side-effects. Neuropsychopharmacology. 2006 Oct;31(10):2281-8.
Radosavljevic M, Svob Strac D, Jancic J, Samardzic J.The Role of Pharmacogenetics in Personalizing the Antidepressant and Anxiolytic Therapy. Genen (Bazel). 2023 May 16;14(5):1095.
Wan YS, Zhai XJ, Tan HA, et al.Associations between the 1438A/G, 102T/C, and rs7997012G/A polymorphisms of HTR2A and the safety and efficacy of antidepressants in depression: a meta-analysis. Pharmacogenomics J. 2021 Apr;21(2):200-215.
Zięba A, Matosiuk D, Kaczor AA.The Role of Genetics in the Development and Pharmacotherapy of Depression and Its Impact on Drug Discovery. Int J Mol Sci. 2023 Feb 2;24(3):2946.