Zuclopenthixol (Dosering)
Zuclopenthixol is een zeer krachtig neuroleptisch antipsychoticum met een sterk kalmerend effect. Het blokkeert dopaminerge en serotonerge receptoren. Het wordt gebruikt voor de behandeling van chronische en subchronische schizofrenie.
VOORZORGSMAATREGELEN
Bij leverinsufficiëntie de dosis aanpassen indien nodig en serumspiegels bepalen indien mogelijk, vooral als de hepatopathie vergevorderd is.
Uiterste voorzichtigheid is geboden bij organische hersenaandoeningen, de ziekte van Parkinson, convulsieve stoornissen, gevorderde ademhalingsaandoeningen, feochromocytoom, hypothyreoïdie, thyrotoxicose, myasthenia gravis, prostaathypertrofie.
Voorzichtig bij patiënten met hart- en vaatziekten en/of hartritmestoornissen. Risico op verlenging van het cardiale QT-interval. Wees voorzichtig bij patiënten met hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, genetische predispositie, voorgeschiedenis van cardiovasculaire aandoening (QT-verlenging, bradycardie minder dan 50 slagen per minuut, recent acuut myocardinfarct, niet-gecompenseerd hartfalen, aritmie).
Voorzichtig met voorschrijven bij ouderen met risico op hypothermie, persoonlijke of familiale voorgeschiedenis van hoekafsluitingsglaucoom.
Patiënten met langdurige behandeling controleren.
Zuclopenthixol kan de insuline- en glucoserespons wijzigen, de antidiabetische behandeling aanpassen. Voorzichtig bij combinatie van langwerkende depotvormen met geneesmiddelen met myelosuppressieve werking.
CONTRA-INDICATIES
Overgevoeligheid voor zuclopenthixol of middellange ketentriglyceriden.
Circulatie falen, circulatie collaps, of verlaagd niveau van bewustzijn, ongeacht de oorzaak (inclusief alcohol, barbituraat of opiaat intoxicatie), en coma.
BIJWERKINGEN
Slaperigheid, akathisie, hyper- en hypokinesie, droge mond, dyskinesie, tremor, dystonie, hypertonie, hoofdpijn, paresthesie, aandachtstekort, amnesie, loopstoornissen, loopstoornissen, accommoderende stoornis.gangstoornis, oculaire accommodatiestoornis, abnormaal gezichtsvermogen, duizeligheid, tachycardie, hartkloppingen, verstopte neus, dyspneu, speekselhypersecretie, constipatie, constipatie.speekselafscheiding, constipatie, braken, dyspepsie, diarree, plasstoornissen, urineretentie, polyurie, polyurie, hyperurie, hyperurie, urine-incontinentie.urineretentie, polyurie, hyperhidrosis, pruritus, myalgie, toegenomen eetlust en gewichtstoename, asthenie, vermoeidheid, malaise, pijn, slapeloosheid, depressie, angst, nervositeit, abnormale dromen, agitatie en verminderd libido.
INTERACTIES TUSSEN GENEESMIDDELEN
Zuclopenthixol versterkt het sedatieve effect van alcohol, barbituraten en andere CNS (centraal zenuwstelsel)-depressiva.
Risico op neurotoxiciteit en verhoogd QT-interval met lithium dat moet worden vermeden.
Wederzijdse remming van metabolisme met tricyclische antidepressiva.
Vermindert het effect van levodopa en adrenergica.
Risico op extrapyramidale reactie met metoclopramide en piperazine.
Verhoogd risico op verlenging van het QT-interval met klasse Ia en III antiaritmica (kinidine, amiodaron, sotalol, dofetilide), thioridazine, erytromycine, terfenadine, astemizol, moxifloxacine, gatifloxacine en cisapride, die moeten worden vermeden.
Verhoogd risico op elektrolytstoornissen met thiazidediuretica.
HANDELSNAAM
- Clopixol ®
Geanalyseerde genen
Bibliografie
Beunk L, Nijenhuis M, Soree B, et al. Dutch Pharmacogenetics Working Group (DPWG) guideline for the gene-drug interaction between CYP2D6, CYP3A4 and CYP1A2 and antipsychotics. Eur J Hum Genet. 2024 Mar;32(3):278-285.
Swen JJ, Nijenhuis M, de Boer A, et al . Pharmacogenetics: from bench to byte--an update of guidelines. Clin Pharmacol Ther. 2011 May;89(5):662-73.