Kaalheid bij mannen, die verband houdt met genen en mannelijke geslachtshormonen, treft bijna 80% van de mannen onder de 70 jaar en kan hun gevoel van eigenwaarde beïnvloeden. Recentelijk is echter ook gesuggereerd dat het verband kan houden met andere androgeen-gerelateerde aandoeningen.
Mannelijke kaalheid
Dit type kaalheid is ook bekend als mannelijke, androgenetische of androgene alopecia. Androgenen beïnvloeden verschillende huidfuncties, zoals de groei en differentiatie van de talgklier, de haargroei, de epidermale barrière en de wondgenezing, voornamelijk via een meerstaps signaleringstraject. Hoewel de haargroei bij de mens ook door schildklierhormonen en glucocorticoïden wordt beïnvloed, zijn androgenen de belangrijkste regulatoren omdat zij de haargroei kunnen stimuleren, onveranderd laten of afremmen, afhankelijk van de plaats van het lichaam. Androgenen kunnen de haarfollikels in androgeenafhankelijke zones (baard, okselhaar en schaamhaar) groter maken, maar in de hoofdhuidfollikels van gevoelige mannen onderdrukken zij op hun beurt de haargroei en bevorderen zij de miniaturisatie en het korter worden van het haar. Aangezien de follikels aan dezelfde circulerende hormonen worden blootgesteld, zou deze differentiële reactie het resultaat zijn van variaties in de expressie van androgeengenen in verschillende delen van het lichaam, die over het algemeen door verschillende mediatoren worden gereguleerd, afhankelijk van het deel van het lichaam waar het haar groeit.
Elke haarstreng ligt in een overeenkomstige haarholte in de huid, een follikel genaamd. In het algemeen krimpt tijdens het kaalheidproces de haarfollikel na verloop van tijd, waarbij korter en dunner haar wordt geproduceerd, tot het uiteindelijk niet meer lukt om een nieuwe haar te vormen. De follikel blijft echter levensvatbaar, wat erop wijst dat het mogelijk zou zijn om haar terug te laten groeien. Meestal ontstaat er een cirkelvormig gebied achter op het hoofd, de zogenaamde kruin van het hoofd, dat geleidelijk dunner wordt en in de loop van de tijd groter wordt. Uiteindelijk wordt het haar dunner, fijner en korter en ontstaat er een hoefijzervormig patroon van haar rond de zijkanten van het hoofd en een kaal gebied aan de achterkant van het hoofd.
Door dezelfde androgene link lijkt alopecia bij mannen bovendien verband te houden met het risico op prostaatkanker en het vroege begin ervan wordt gezien als een sterke voorspeller van het vroege begin van ernstige coronaire hartziekten en het metabool syndroom.
Aantal waargenomen varianten
Aantal geanalyseerde loci
358 loci
Geanalyseerde genen
Bibliografie
Lolli F et al. Endocrine. 2017 Jul;57(1):9-17.
A.D.A.M. HealthCare. Mannelijke kaalheid [mei 2022]
Kaalheid bij mannen. Australian Journal for General Practitioners 2016; 45 (4):186-188.
Yap CX et al. Dissectie van genetische variatie en bewijs voor pleiotropie in mannelijke kaalheid. Nature Communications, 20 dec 2018, 9(1):5407.