Tandcariës en parodontitis

Tandbederf en parodontitis zijn twee veel voorkomende maar verschillende mondgezondheidsproblemen die tanden en tandvlees aantasten. Beide kunnen ernstige gevolgen hebben als ze niet goed worden behandeld.

Cariës is wereldwijd een van de meest voorkomende ziekten. Het is een mondziekte die de tanden aantast. Het ontstaat wanneer zuren geproduceerd door bacteriën in de mond het tandglazuur, de beschermende buitenlaag van de tanden, aantasten. Deze verandering in de microbiota van de tand veroorzaakt een onbalans in de demineralisatie en remineralisatie van de tand. Symptomen van cariës zijn onder andere gevoelige tanden, pijn bij het kauwen, zichtbare verkleuring van de tanden en de vorming van gaatjes in de tanden.

De preventie van tandbederf bestaat uit een goede mondhygiëne, waaronder regelmatig poetsen en flossen, en een evenwichtig dieet met weinig suiker. Het is ook belangrijk om regelmatig naar de tandarts te gaan voor controle en reiniging.

Parodontale aandoeningen daarentegen zijn een groep ziekten, ook bacterieel veroorzaakt, waarbij een dysbiose onder het tandvlees leidt tot ontstekingen. Niet alleen het tandvlees wordt aangetast, maar ook de ondersteunende structuren van de tanden, zoals het alveolaire bot.

Parodontitis begint meestal met de ophoping van tandplak en tandsteen in het tandvlees. Na verloop van tijd veroorzaken de bacteriën een ontstekingsreactie in het lichaam die het tandvlees en het bot dat de tanden ondersteunt beschadigt. Symptomen van parodontitis zijn onder andere rood, gezwollen en bloedend tandvlees, aanhoudende slechte adem, terugtrekkend tandvlees, gevoelige tanden en, in gevorderde stadia, beweeglijkheid van de tanden.

De preventie van parodontitis is ook afhankelijk van een goede mondhygiëne, waaronder tandenpoetsen, flossen en mondwater. Regelmatige bezoeken aan de tandarts zijn essentieel voor vroegtijdige opsporing en behandeling van tandvleesaandoeningen.

Bij de ontwikkeling van cariës en parodontitis spelen, naast de hierboven genoemde, een aantal factoren een rol, waarvan sommige bij beide aandoeningen voorkomen. Deze omvatten roken, mondbacteriën, voeding, mondhygiëne, fluoridetekort in de tanden, speekseltekort, medicijngebruik en genetica.