Vitamine C is een wateroplosbare vitamine, een antioxidant en een essentiële cofactor voor de biosynthese van collageen, het carnitine- en catecholaminemetabolisme en de ijzerabsorptie via de voeding.
Vitamine C niveaus
Vitamine C of ascorbinezuur is een in water oplosbare vitamine die essentieel is voor een optimale groei en ontwikkeling. Mensen zijn niet in staat vitamine C te synthetiseren, dus het wordt uitsluitend verkregen door de inname van fruit en groenten via de voeding. Citrusvruchten, bessen, tomaten, aardappelen en groene bladgroenten zijn uitstekende bronnen van vitamine C.
Ascorbinezuur fungeert als cofactor, enzymcomplement, cosubstraat en krachtige antioxidant in diverse metabolische reacties en processen. Het stabiliseert ook vitamine E en foliumzuur en verbetert de ijzeropname. Het neutraliseert vrije radicalen en toxines en vermindert de ontstekingsreactie, met inbegrip van het sepsis-syndroom.
Wat collageen betreft (fundamenteel voor huid, pezen, ligamenten en bloedvaten), hebben de proline-residuen van procollageen vitamine C nodig voor hydroxylering, waardoor het noodzakelijk is voor de vorming van de drievoudige helix van rijp collageen. Het ontbreken van een stabiele drievoudige helixstructuur compromitteert de integriteit van huid, slijmvliezen, bloedvaten en botten. Bijgevolg leidt een vitamine C-tekort tot scheurbuik, die zich uit in bloedingen, hyperkeratose en hematologische afwijkingen.
Een vitamine C-tekort kan ontstaan door een verminderde inname of een verhoogde behoefte of door verliezen als gevolg van medische pathologieën of mutaties. Dit kan het risico op bepaalde ziekten voor elk individu anders beïnvloeden en een verschil maken in de minimaal noodzakelijke hoeveelheid vitamine C die elke dag moet worden geconsumeerd. Tot de risicogroepen voor een onvoldoende inname van de vitamine behoren patiënten uit de volgende groepen:
- De ouderen
- Die lijden aan een alcoholgebruiksstoornis, anorexia of kanker
- Die dieetgrillen beoefenen
- Die vermoedelijk voedselallergieën hebben
- Die niet-aangevulde parenterale voeding krijgen
- Die een beperkt dieet volgen secundair aan inflammatoire darmziekten, gastro-intestinale reflux of de ziekte van Whipple
- Neemsters van tabaksproducten
- Neemsters van geneesmiddelen zoals aspirine, indomethacine, orale anticonceptiva, tetracyclines en corticosteroïden
- nierpatiënten die nierfalen hebben als gevolg van het uitlogen van in water oplosbare vitamine C tijdens dialyse
- nierpatiënten die een complicatie hebben van de behandeling met interleukine 2 van metastatisch niercelcarcinoom
- nierpatiënten die een levertransplantatie hebben ondergaan
13,5 miljoen varianten
11 loci
Bibliografie
Zheng J.S., Luan J., et al. Plasma Vitamine C en Type 2 Diabetes: Genome-Wide Association Study and Mendelian Randomization Analysis in European Populations. Diabetes Care, 17 Nov 2020, 44(1):98-106
Muhammad A., Jamil R.T., et al. (2022) Vitamine C (Ascorbinezuur). StatPearls